Even wat anders - Reisverslag uit Brasilia, Brazilië van Rogier & Marieke Toes & van den Pol - WaarBenJij.nu Even wat anders - Reisverslag uit Brasilia, Brazilië van Rogier & Marieke Toes & van den Pol - WaarBenJij.nu

Even wat anders

Door: Rogier

Blijf op de hoogte en volg Rogier & Marieke

07 November 2009 | Brazilië, Brasilia

Deel 1

Langzaam maar met een hard knetterend en puffend geluid beweegt de vissersboot waarop wij ons op bevinden over het schitterend helder blauwe water langs de kust van Ilha Grande. Op het kleine voordek van de houten boot, die waarschijnlijk nog wel eens uitvaart voor de vis maar nu dienst doet als taxi, zitten wij met onze ruggen tegen het kleine vierkante blokje dat de stuurhut en bescheiden slaapverblijf is. Hierin staat Fernando, tussen de lippen op zijn door wind en zon verweerde bruine gezicht bungelt een sigaret. De man van weinig woorden had zijn bootje aan het strand van Feiticera liggen. Toen hij aanstalten maakte om te vertrekken vroegen we snel naar zijn bestemming en dat bleek ook de onze te zijn, hij hees ons aan boord en nam ons voor een bescheiden bedrag mee naar Abraao; eigenlijk de enige plaats van betekenis op het tropische eiland Ilha Grande. De morgen van dezelfde dag had een snelle taxiboot ons in een korte tijd naar dit kleine strandje in de ‘baai van de sterren’ gebracht, nu doen we er driedubbel zo lang over maar genieten met dezelfde vermenigvuldigingsfactor voor het laatst op het gemakje van de schoonheid van dit eiland. Het is zaterdag, en we hebben al vanaf dinsdagmiddag hier mogen verblijven met de familie van Marieke. Zij zijn vanmorgen vertrokken naar de overkant en daar met de bus richting Rio de Janeiro gegaan alwaar het vliegtuig terug naar Nederland wachtte. De bestemming en de weersverwachtingen waren zo goed dat wij er nog een dagje aanvast hadden geplakt om even uit te rusten van het werk en alle indrukken die Brazilië ons al gebracht hadden. En dat dus op Ilha Grande.

Ook in mijn mond bungelt rookwaar, een gerolde met ‘Van Nelle Stevige Shag’ –wat vroeger halfzware was, maar tegenwoordig niet meer zo genoemd mag worden omdat het zou impliceren dat het beter zou zijn dan de zware variant- die was overgekomen uit Nederland. We aanschouwen de strak blauwe, aan deze kant kalme en kraakheldere, Atlantische Oceaan tegen het schitterende groen van het Atlantische regenwoud. Het is maar een klein stukje varen vanaf de baai Enseada das Estrelas -die zo heet omdat ’s nachts het water zo stil staat dat de sterrenhemel erin reflecteert- naar Abraao. Op de morgen van het vertrek van de familie van Marieke meerden er ook 2 boten aan die weer duizenden mensen afleverden, met name in het weekend en de vakantie is het druk op Ilha Grande. Maar door het ontbreken van discotheken, fast-foodketens, geldautomaten en het verbod op gemotoriseerd vervoer op land trekt het een prettig publiek. Daarnaast lost op een verwonderlijke wijze het grote getal mensen snel op in het eiland ter grootte van Aruba. Deze zaterdag kozen wij niet voor een groter strand zoals Lopez Mendez, maar voor een klein en knus strandje, en we waren vrijwel de hele dag alleen. Vanaf het strand nog een kleine wandeling gedaan over een pad dwars door de rimboe naar een schitterende waterval; begeleidt door schitterende planten, wegschietende hagedissen, gekleurde vogels en het gebrul van ‘o bugio’ , de grootste aap (tot 1 ½m.) op het eiland die ik eerder in de week tijdens een eenzame tocht door de rimboe mocht aanschouwen. Voor en na terugkomst van die wandeltocht naar de waterval ook die dag weer gesnorkeld tussen schitterende vissen en een boek gelezen op het strakke strand met een decor van palmbomen. En nu dus de terugweg naar Abraao langs de kustlijn van het eiland. Nog een bocht om en de haven komt in zicht, we meren aan en betalen, bedanken Fernando en stappen af. Aan het strand van Abraao eten we nog stukjes gefrituurde verse vis, drinken die avond nog een wijntje en pakken onze tas om de volgende morgen het eiland te verlaten. Een andere visserboot brengt ons om 10 uur ‘s ochtends naar de overzijde, en 3 busritten verder staan we ’s avonds om 22u voor de poort van de Sitio. De laatste busrit was weer over de vaker besproken zandweg, die toch in het donker in zo’n klapperende bus weer een bijzondere belevenis was. Nog even om hoog lopen, eenmaal weer op het terrein wat omarmingen van nog wakkere kinderen ontvangen en het bed in. Morgenochtend weer het gewoonlijke ritme van kinderen naar school brengen, een beetje klussen –daar is het op het moment niet zo druk mee- en activiteiten begeleiden.

Er is weer anderhalve week voorbij. De woensdag daarvoor waren we samen na de Almoco met de kombibus naar Rio de Janeiro vertrokken. Die avond kwam ook Isaaqi naar Rua da America, hij zou die dag daarna een dagje gids spelen in Rio. Na een gezellige avond, slapen we kort omdat de wekker ons al om half vijf uur tot bewustzijn roept, het vliegtuig landt namelijk al om half 6. Bakje koffie, bus ophalen in het estationement en over de -voor Rio’s begrippen- nog rustige wegen naar het vliegveld. Natuurlijk te vroeg, een bakje koffie en dan bijna twee uur bij de aankomsthal zoeken naar een bekend gezicht. Die lieten echter wat lang op zich wachten aangezien de Braziliaanse politie de zakken pepernoten in een koffer wat verdacht vonden. Tijd blijft een begrip waar een enorme rek in zit in Brazilië, dat was gelijk duidelijk; alhoewel het ook inherent is aan vliegvelden. Goed dubbelop dus. Het wachten werd beloond, een wederzien met de tegenwoordig bebrilde ouders van Marieke en ook Bernadet en Albert hadden de vliegreis gewaagd. We zijn eerste 2 dagen in Rio de Janeiro gebleven. De eerste dag begon zonnig, zoals we gewend zijn in Brazilië, maar al snel kwam daar voor enkele dagen verandering in. Toen we boven bij het Christusbeeld stonden pakten donkere wolken zich samen en stak er een windkracht op die je bijna wegblies bij de Herder. Eenmaal weer beneden vielen de eerste druppels en eenmaal bij de Copacabana werden we nat van het hemelwater, en niet van de oceaan zoals daar eigenlijk gewoonlijk is. Tussen Corcovado en de Copacabana door nog naar een kilorestaurant geweest waar de eerste ‘vreemde’ smaken geproefd konden worden, alhoewel er ook gewoon kip en patat lag. De heenweg naar Copacabana deden we allereerst met de Kombi, maar aangezien er geen parkeerplaats te vinden was keerden we terug en gingen we opnieuw met de bus. Tijdens het stukje bushalte naar een geschikt, overdekt, terras regende het harder dan wij ooit hadden meegemaakt in Brazilië. Althans, overdag. Geen kans tot zwemmen, geen kans tot het lopen langs de Copa naar Ipanema, geen kans om omhoog te gaan bij de suikerbroodberg. Jammer, maar niet heel erg, we konden gemakkelijk wat bijpraten en genieten van een Braziliaanse Brahma. ’s Avonds in Rua da America gebleven en zo de kans gehad om vroeg te slapen, de reis van Nederland naar Brazilië had er ook ingehakt. De volgende morgen, wegens tijdgebrek met de taxi, naar de suikerbroodberg gegaan. Marieke en ik waren daar ook nog niet boven geweest, dus dat was interessant. ‘Ach, het is best veilig hoor’, had Isaaqi gezegd, ‘er zijn een paar jaar geleden bijna 20 doden gevallen, maar meestal gaat het goed’. Dat is opbeurend, en met name Greet, Albert en ik werden daar een stuk geruster van. We waren net op tijd, want achter ons werd een flinke rij gevormd omdat er een paar bussen vol blanken bij deze attractie werden afgezet. Na twee tochtjes (eerst naar de eerste heuvel van 215m, en dan van daar naar ‘pão açúcar’ op 394m, die zo genoemd wordt doordat deze merkwaardige bult die oprijst uit de oceaan de vorm van een suikerbrood heeft) hebben we wel een geweldig uitzicht over de stad. Het woud met geluiden van allerlei dieren direct onder ons, de mooie baaien met de stranden en daar direct achter de rijkere nieuw- en hoogbouw en daarachter, tot het oog kan zien, laagbouw van krotten. Helemaal achteraan de horizon zien we nog net de bergen waarover we die middag zouden rijden, richting Petropolis. Eerst nuttigen we nog de maaltijd in Casa Bethania. Brengen daar de kleding, het ondergoed en slippers (die gelijk gretig aftrek vonden) en laten dit gedeelte van ons werk in Brazilië zien. We rijden na de almoço naar Petropolis, daar is het net even wat rustiger dan Rio en het moet ook een interessante stad zijn om te bezoeken. Tevens heeft het volgens de Lonely Planet een steakhouse, en dat lijkt mij wel wat. Goed, het schitterend gelegen Petropolis (oude keizerstad hoog in de groene bergen), ligt deze dagen in de wolken en er passeren regelmatig regenbuien. Daarnaast is tegenwoordig op de plek van het steakhouse een parkeergarage. Toch lekker gegeten, goed geslapen in een leuke Pousada en die dag daarna nog een stadswandeling gedaan langs de monumenten die de stad rijk is. We vervolgen de weg richting de sitio. We arriveren daar zaterdagmiddag en blijven tot dinsdagochtend 7u, dan brengt een bus ons vanaf de sitio naar Petropolis, van Petropolis naar Rio, van Rio naar Angro dos Reis en vanaf Angro dos Reis met een boot naar Abraao op Ilha Grande. Zover is het nog niet, eerst nog de sitio. Bij aankomst zijn sommige kinderen uiterst geinteresseerd, sommige lijken te schrikken van iemand van 2 meter. Er worden wat koffers naar boven gesjouwd, na de installatie laten we het terrein zien en de avond valt. We eten die avond in Pequeri bij Bar do Zé, onze favoriete eettent met prima pizzas en goede platen vol vlees voor een euro of 5 per 2 personen. Normaal zit je lekker buiten te kijken naar de straat vol mensen die de sociale wandelingetjes maken, naar de café’s aan de overkant van de straat die opveren van vreugde of verdriet als er iets veranderd in de score van de wedstrijd die gekeken wordt en is de temperatuur aangenaam. Deze avond is het wat anders, het giet van de regen en we gaan op een gegeven moment zelfs binnenzitten. Gelukkig is Zé niet gevoelig voor het weer en bakt hij weer een heerlijke pizza en is ook het vlees weer sappig en smaakvol. Op zondag gaan opeens alle kinderen naar zondagschool, want het is feest. De grote kinderen, boven de 10, moeten lopen en de kleine breng ik met de kombi. Dit is echter teveel gevraagd voor een kind op zondag en een educador, dus voor de grotere wordt een andere bus geregeld. Helaas, omzeiling van het beleid noemen we dat. Het regent een beetje als we ontbijten met verse sinaasappelsap en broodjes. Tot aan de kerk lopen we de heuvel op, voetballen we op blote voeten (waarna Albert de blaren probeert te bedaren in een teil met koud water) en rusten we wat uit. Met de komst van 4 extra volwassenen neemt het aantal volwassenen in de kerk met zo’n 1/3 toe, en dan zijn het ook nog eens Nederlanders. Dus mag de familie opstaan van de witplastic stoelen en naar voren komen om voorgesteld en welkom geheten te worden. Het is ongelooflijk, maar deze dienst wordt er nauwelijks vals gezongen en kan voor het eerst het linkergedeelte (de linker 2m.) van de kerk niet gebruikt worden door een insectenplaag. Na de dienst vraag ik aan Ronnie waar al die beesten vandaan komen, ‘Tsja’, zegt hij, ‘ik had ze uitgenodigd om ook eens een dienstje te bezoeken. Ze zijn op visite’. Het lijkt vervolgens ook wel alsof ze met de kombi mee naar de sitio rijden, want eenmaal in het paviljoen is daar een ware plaag gaande. Als een Egyptische plaag zwermen duizenden vliegen in het voortuintje van het Paviljoen, die in de loop van hun vlucht hun vleugels verliezen waardoor het lijkt dat een man met enorme last van roos behoorlijk zijn manen heeft geschud. Een witte waas bedekt de vloer. Naast de vliegjes zijn er ook nog de kevers van formaat flinke knikker. Deze vliegen als zijnde een Japanse kamikazepiloot op de witte muur, vallen met het geluid van de genoemde knikker op de grond, landden altijd op de rug en liggen vervolgens hulpeloos te spartelen met de pootjes. Het gaat hier om tientallen, misschien wel honderden kevers. Als de grootste plaag voorbij is, verwijderen Cees en ik ons uit het duister om de ontstane witte laag met daartussen spartelende kevers te verwijderen uit het Paviljoen. Na een behoorlijke stort- en onweersbui gaan we slapen. Maandag het normale patroon. Cees en ik bezoeken nog Juiz de Fora met Anderson, Greet en Bernadet met Marieke Pequeri. Verder een potje voetballen, achterlijf van mieren eten die in gefrituurde vorm aangeboden krijgen, het kort uitvallen van de stroom door een blikseminslag en wederom enkele regenbuien. Wij, Marieke en ik, hebben nog nooit zulke natte en insectrijke dagen gehad op de boerderij; de familie van Marieke mocht erbij zijn, of je daar nu blij mee moet zijn of niet. De tassen worden ingepakt voor de volgende morgen, want dan brengen 3 bussen en een boot ons naar Ilha Grande.

En zo geschiedde. Weinig hebben het vertrek van de familie meegekregen, waardoor sommige kinderen verbaasd reageren wanneer wij op zondag alleen terugkeren. Dit was met name de schuld van het tijdstip, half 7. Edna zwaaide nog met haar pyjama aan, en Ronnie daalde vanaf zijn koeienweide af om het gezelschap dat met rolkoffers over de kleigrond passeerde (en bleef steken, en omviel) een hand te schudden en zegen voor de rest van het leven toe te wensen. Later die dag kwamen we na een lange, maar mooie en interessante reis, aan in Abraao en onze Pousada. Over Ilha Grande heb ik al het een en ander geschreven, dus laat ik daar niet al te lang meer over uitwijden. Samen hebben we het in ieder geval betiteld als een geweldige vakantiebestemming en een prima keuze op een goed moment. Het weer was ons, gezien de voorspellingen van de Braziliaanse Piet Paulusma, goed gezind. Overigens leuk om te vermelden dat op de weerpagina in de Braziliaanse krant, zelf voor een klein gebied, meestal de temperatuur als volgt staat aangegeven: Temperaturen tussen de 22 en 38 graden. Dat is net zoiets als: Middagtemperaturen van 12 – 18 u, zoals Herman Finkers eens zei. Maar goed gezind dus, wel wat klein buitjes en bewolking. Maar ook veel zon en zelfs met bewolking warm. De eerste dag heeft de familie een boot naar Pouso genomen, vanwaar het nog een klein stukje lopen was naar het mooie en lange strand van Lopez Mendez. Ik deed de tocht lopend vanaf Abraao. Het voor mij langere stuk voerde door schitterend Atlantisch regenwoud, bood mooie vergezichten en ging langs kleine vissersnederzettingen met Idyllische stranden. Op het laatste stuk, wat iedereen heeft gelopen, zagen we de aapjes die we ook al eerder in Rio bij de suikerbroodberg hadden gezien. Elke avond aten we lekker in het dorpje Abraao en Cees en ik hebben ons nog gewaagd aan wat Canchassa wat zijn gevolgen had op de volgende dag. De boottocht die op stond voor donderdag werd op die dag verschoven naar vrijdag, zodoende viel er een gat. Ik heb een dagtocht gewandeld, helaas door regenval was het niet mogelijk naar het hoogste punt van het eiland te gaan, te gevaarlijk. Maar het verlaten strand van Caxadaco, wat nu mijn einddoel was, was denk ik niet minder mooi. Tijdens die tocht de grote ‘o bugios’ gezien, die wat zenuwachtig begonnen te springen in de boom. Ik liep ‘slechts’ een uur of 5 van de wandeling alleen door het oerwoud, het was echt maf om dan al een vorm van eenzaamheid te ervaren. Geen mensen, geen hoorbaar vervoer en dus ook geen hulp als het nodig is. Best interessant. Overigens was niet alleen het strandje, maar zeker ook het woud ontzettend mooi. Soms nauwelijks doordringbaar, met vreemde bomen en planten. Overal waren dieren hoorbaar, en soms dus ook zichtbaar. Naast de apen verschillende hagedissen en veel vogels. De Pollen hebben het zwarte strand en de daarbij in de buurt liggende gevangenis bezocht, want het eiland deed tot 1994 dienst als gevangeniseiland. Ook daarbij was een overblijfsel van de aquaduct die eens voor zoet water zorgde. Op vrijdag gingen we dan wel het water op, eenmaal ‘buiten’; aan de oceaankant van het eiland, waren de golven echter zo hoog dat we toch omdraaiden en er besloten werd tot een halve rondtocht en ‘de eilanden’. Je weet niet wat je gemist hebt, maar alles was mooi. Hagelwitte stranden met palmbomen, zwemmen met schildpadden, snorkelen met van allerlei vissen. Geweldige dag. Na 3 hele dagen en een aankomst- en vertrekdag op Ilha Grande is het in ieder geval duidelijk dat iedereen die eens in de buurt is, het eiland onmogelijk kan overslaan. De zaterdag was uiteindelijk zoals in het begin van het verhaal beschreven. De familie is weer heel thuis gekomen en wij op zondagavond weer op de sitio. Het was een geslaagde vakantie waarin de batterij weer aan de oplader heeft gelegen en behoorlijk vol weer ontkoppeld werd. Het bezoek van de familie was eveneens erg goed. Hoe moeilijk het ook is om te laten zien wat je hier doet, al kan dat eigenlijk niet in de toch relatief korte tijd, toch hebben we een klein beeld kunnen geven van het belang van het werk in Rio, ons wonen op de sitio en de schoonheid van Brazilië.

Deel 2

De enorme afstand van Brazilië naar Nederland verschilt tegenwoordig nog maar 3 uur in tijd. Van vrienden en familie horen we over regen, kou, vertrekken en terugkomen in het donker en de kachel die in de soesterweg behaaglijk schijnt te branden: de wintertijd is in gegaan. Al deze dingen, behalve de regen, zijn voor ons vreemd op het moment. Hier is juist de zomertijd ingegaan. Naar ons idee is het geen winter geweest, sterker het droge winterseizoen leek ons tot nu toe meer te lijken op onze zomer dan de zomer hier, maar nog even geduld want Primavera is de lente. Overigens schijnt dat het klimaat ook in Brazilië van slag is, het heuvelachtige landschap van Minas Gerais is zijn groene kleur nauwelijks verloren in de wintermaanden, ongewoonlijk. Ook hoort deze periode warmer te zijn dan nu. Zo vanaf halverwege oktober wisselen grijze en witte wolken elkaar af, en zo af en toe is de lucht blauw. Op die momenten is het ook direct duidelijk dat de zon brandt op standje lente. Meestal aan het einde van de middag of begin van de avond pakken de wolken samen en vallen de druppels. Soms behoorlijke stortbuien, vaker een laf lentebuitje. Maar ook dat laatste buitje maakt het speelveld op de sitio nat genoeg om niet in gebruik genomen te kunnen worden, zodoende is er tegenwoordig ’s avonds vaak geen programma. Ook overdag zitten we in een quasi werkloze impasse, in tegenstelling tot de eerste maanden waarin er werk in overvloed was. Alsof het gelijk ging met het weer, is er zo vanaf na de eerste week oktober minder werk. Op dat moment hadden we alles geverfd van buiten wat geverfd kon worden. Nu wordt er al meer naar het volgende jaar gekeken en dat jaar is het geld niet zo ruim, dus tegenover het werk dat er is een wat bange en afwachtende houding. Want er kan genoeg gebeuren, voor het eerst op de rol staat het verven van de huisjes binnen en het verven van het studentenhuis in het geheel. Beide klussen die wij in geen mogelijkheid meer af zouden kunnen krijgen, dus mochten we kunnen beginnen zitten we met werk tot vertrek. Nu worden de activiteiten gedaan en de busritten; maar daarvoor, daartussen en daarna wordt de tijd gevuld met rondjes lopen langs de huisjes, een praatje in het kantoor, een zweedse puzzel, schelden op het internet dat het niet doet, boek nummer 20 uitlezen, even naar Ronnie en jezelf vooral wat ongemakkelijk voelen. De calvinistische inborst en het Hollandse bloed wil werken. Soms is er een klein klusje te vinden beneden bij de groententuin, of kan Perreró de tuinman een helpende hand gebruiken. Laatst heb ik met hem het pad vanaf het kantoor tot aan de splitsing kerk-monte shalomg geveegd, en de beide paden naar genoemde bestemmingen. Hij met een bezem, ik met een hark. De uiterst vriendelijk, maar moeilijk verstaanbare man bleef maar praten over vroeger en vrienden in Nederland, vroeg of Paraguay naast Nederland lag en of ik met de boot was gekomen naar Brazilië en hij gaf me mierzoete koude thee die nog lekker smaakte ook. Deze en meer leuke klusjes zijn wel eens te vinden, maar vaker niet. Overigens staat voor ons persoonlijk de herinrichting van de bibliotheek op de planning, We willen deze inrichten in het kleine ronde huisje op de sitio, wat al eens eerder dienst heeft gedaan als boekenuitleen. Maar het is zo dat alle boeken nog in een kamer staan, achter een gesloten deur waarvan de sleutel verdwenen is. Deze week kan in ieder geval de nieuwe keuken van binnen geverfd worden en gaan we de eerste stap richting een lezende jeugd met grof geweld plaats laten vinden.

Vorige week heb ik wel mijn eerste huisbezoek gehad. De bedoeling is om dit vanaf nu wekelijks plaats te laten vinden, dus waarschijnlijk kan ik er nog bij zo’n 4 bij zijn. Sitio Shalom is, zoals ik al eerder eens beschreef, allang geen tehuis meer voor straatkinderen. Er zijn er nog een paar, maar het grootste gedeelte van de kinderen komt uit andere situaties die hun toekomst bedreigden. Nu hebben een groepje pennenlikkers in het Den Haag van Minas Gerais besloten dat kinderen na 2 jaar opvang naar een plaats moeten die voor de rest van hun leven is, niet de Sitio. De Sitio wordt een tussenstation, maar na 2 jaar weer terug naar het gezin; een adoptie of een ander opvanghuis. Veel succes, weer een typisch idee van een pedagoogelaar die nooit een kind ziet. De praktijk is wat weerbastiger. Er zijn niet zoveel mensen die willen adopteren en wil je de kinderen recht aandoen – en ze bij hun broertjes en zusjes houden – dan zijn er een paar voorbeelden op de sitio te noemen waarbij je dan 3, 4 of 5 kinderen zou moeten adopteren. Een van de vele onmogelijkheden is het idee. Maargoed, die regel is nog niet zo heel erg stevig van kracht. Wel probeert REMER de kinderen in de loop van de tijd weer bij de ouders of familie te plaatsen, als deze er zijn. Het opmaken van deze balans is één van de redenen van het huisbezoek. Ouders die hun kinderen graag terugwillen in huis moeten bepaalde beloftes nakomen voordat dit gebeuren kan. Te denken valt aan het zoeken van een baan, het dichtmaken van het dak, de tientallen katten uit het huis verwijderen en dergelijke zaken. Mocht in de ogen van maatschappelijk werker, psychologe en soms ook justitie een stabielere situatie ontstaan zijn dan kan het kind of kunnen de kinderen terug.

Op een dergelijk bezoek was ik een weekgeleden. In alle vroegte vetrok ik naar Juiz de Fora waar ik Junia en Carole op zou halen, en daarna een studente uit het studentenhuis. De huis van haar moeder was het einddoel van onze reis, ergens diep in de provincie Minas. Tijdens de reis regende het ‘bastante’, genoeg zoals de Brazilianen weleens zeggen. Slagregens die mij het zicht wegnamen en de banden grip. De twee meter vanaf de parkeerplaats naar het bakje koffie, om te wachten tot het ergste over was, maakte ons drijfnat. Na een dampende zonder suiker weer terug in de auto. De bestemming was Alto Rio Doce, wat bereikt moest worden over een zandweg die door de regenval was veranderd in meer kuil dan vlak. Manouvrerend tussen de kuilen, uitstekende stenen en al te grote plassen gingen de meeste gedeelte aardig. Soms even terug in de achteruit en een ander stukje proberen, op een ander moment ernstig slippend en zo rustig mogelijk grip proberen te krijgen, maar uiteindelijk hobbelde we het kleine dorpje in. Minas wat veranderd, zo’n 4 uur rijden verderop. Het was duidelijk een nog armer gedeelte, met meer mannen zonder tanden en strohoeden en kromme vrouwen. Eenmaal in het dorpje bleek dat dit niet het einddoel was, dat lag in het rurale gebied rondom Alto Rio Doce. ‘Het zou even zoeken worden, want het was een netwerk van zandwegen en nog meer zandwegen’. Eerst Almoco. Voor 8 reaal mogen we onbeperkt eten in de plaatselijke kantine. Voor 3 euro onbeperkt kippenpoten en varkensribbetjes, het is dat ik met 3 vrouwen op stap ben en alle landarbeiders me al zo vreemd aankijken, anders was ik toch tot het streepje gegaan denk ik. We vervolgden onze weg over een verkeerde, zeer smalle en spekgladde modderweg. Draaiden om, terug in het dorp na wat informatie terecht gekomen op het juiste modderpad dat zeer stijl naar beneden begon en –na wat kuilen en andere onbegaanbaarheden die uitdaging hadden geboden- na een kwartiertje rijden een stuk weg te bieden had waar onze Gol onmogelijk overheen kon. Een 10 vierkante meter modderpoel met diep uitgesleten gaten en hoge modderhopen, grote plassen en scherpe stenen. Zonder al te veel hoop heb ik het een paar keer geprobeerd, maar nadat ik al behoorlijk vast zat en zonder het gewicht van 3 vrouwen mijzelf pas los kreeg in de achteruit hebben we besloten dat de 4u durende reis tevergeefs was geweest. Dit zouden we niet halen. We keerden terug en gingen nog even langs de gemeente om wat informatie over het gezin aan te vragen. Daar werd duidelijk dat onze 4u reis niet voor niks was geweest, Mario werd gebeld. Deze man had een grootse ToyotaJeep waarmee hij ook wel eens kinderen uit dat gebied ophaalde om naar school te gaan, zo snel mogelijk zou hij komen om ons tegen een zacht prijsje door de modderpoelen te transporteren. Om 1 uur zou hij er zijn, was het eerste bericht. Het werd 2uur en voor 60 reaal wilde hij ons brengen, wachten en terugbrengen. Dit metalen monster was broodnodig, de modderpoel die ons weerhield van verder rijden bleek een zielig plasje. Mario bracht ons over modderstromen, houten bruggetjes, diep uitgesneden kleigronden en meer van dergelijke die dit stukje wereld had afgesneden van de buitenwereld tenzij je een tank tot je beschikking had. Nu waren de huizen waar we langs reden niet van meer gemaakt dan van bamboe en klei, dus een Jeep behoorde niet tot de bezittingen. Bij de school waar we langsreden (een schuur) hingen de kinderen uit het raam (een gat in de muur) en zwaaiden hun hand uit de arm, een groepje mannen met weinig kleding en eveneens weinig tanden vertelt ons nog een keer de weg. En na een half uur rijden, vlak achter een bamboebruggetje over een modderstroom, loopt op een stijle helling ook de Jeep vast. Mario had er duidelijk lol in en ook ik vond het nog wel grappig, maar het vrouwelijk gezel was minder enthousiast toen de Jeep begon te schuiven en er vanuit de raampjes aan de linkerkant enkel een kolkend bruine rivier te zien was zo’n 6 meter lager. Iedereen eruit, Mario in zijn achteruit en ik een beetje duwen aan de linkerkant van het blok metaal met vele paarden. Er bleek een stuk van de heuvel te zijn ingestort en zodoende op de ‘weg’ een onoverkomelijke berg klei te hebben gevormd. Het laatste stuk moesten we lopen. Het was niet ver meer tot de familie en het weerzien, incluus een neefje die ze nog niet eerder had gezien. Het huisje is schitterend gelegen aan het eind van een pad, er zijn bananenbomen, één koe, een varken en een klein groententuintje. Het huisje zelf is van de bekende rode luchtstenen, bamboe en klei. Door het dak zie ik de grijze hemel, de inventaris bestaat uit een houten plank die een bank is, natuurlijk wel een televisie. Veel sanitaire mogelijkheden zijn er niet, lijkt het als ik naar de kinderen kijk. Een magere moeder is blij haar kind te zien. Het zusje en neefje zijn wat onwenniger onder het plotselinge bezoek, want je moet maar hopen dat ze thuis zijn. ‘Sinds drie jaar hebben ze hier electriciteit’, vertel Mario me buiten. ‘Komt allemaal door Lulu’, zegt hij trots alsof de huidige president zijn vriend is. Electriciteit voor een peertje aan het plafond, maar een telefoon is niet aanwezig. De man van het huis is er niet meer, hij was ook de voornaamste reden (naast de schrijnende armoede) dat zij op de sitio is gaan wonen. Door alle vertraging kunnen we niet lang blijven. Omhelsingen, foto’s en knuffels. Een kort praatje, we krijgen nog bananen en verlaten het huisje weer. Ik ben zelf veel buiten gebleven om wat te praten met de moeilijk verstaanbare Mario. Het voelt toch wat lastig om zo’n huisje binnen te stappen, zeker als de vrouw van het huisje zich verontschuldigd voor haar armoede. Bij de laatste omhelsing staat zij met haar mooie kleren en een paraplu boven haar hoofd op de stoep uit haar verleden, die in dit contrast ver weg lijkt. We lopen terug langs de blaffende honden van de buren, dezelfde modderweg en het bamboebruggetje. We stoppen nog even bij de school waar de kinderen van alle leeftijden in de enige ruimte leskrijgen. De M is van Mamaõ, de I van Igreja en de F van Futebol. Terug naar Juiz de Fora en de boerderij, halverwege nog een broodje hamburger waarvan er één beschimmeld was en we zijn weer thuis.

Later die week breng ik Robert naar Rio. We zullen daar donderdag rond de lunch aankomen en vrijdag na de almoco weer vetrekken. Donderdag help ik een handje in Bethania en ’s avonds bezoeken we een bioscoop in een grote shoppingmall. De volgende dag, vrijdag, begeven we ons ’s morgens richting Jacarazinho en Manquinhos. Robert is, door knieproblemen, lang niet in Rio geweest en wil deze sloppenwijken waar Remer veel werkt bezoeken. In de als tweede genoemde moet het huisje dat gebouwd wordt ondertussen wel af zijn. In Jacarazinho nuttigen we onze cafe da manha. Deze wijk, een gevaar als je niet een beetje weet wat je doet en waar je loopt, heeft in het midden één lange straat met winkeltjes. Vers fruit, stinkende vis en tal van koffiekraampjes. Deze straat wordt halverwege onderbroken door een spoorrails waarlangs talloze gebruikers liggen en de drugs gedeald wordt. Toch, ondanks deze enorme problematieken in deze wijk heeft deze straat iets gezelligs. Je moet alleen bij een politie-inval zorgen dat je zo snel mogelijk nog onder een van de neervallende metalen winkelluiken door kan duiken. Tot dat moment ben je op een exotische markt waar de gewone mens zijn koffie drinkt en krant leest. En dat doen wij dus ook. Heerlijk broodje, goede koffie en we bladeren de krant door. We kachelen de straat weer door naar waar we erin waren gegaan en streken daar de drukkere straat over. Langs die drukke straat werken de straatwerkers van Remer vaak, stopt het busje en halen we kinderen op om naar Bethania te brengen. Ook nu liggen er weer veel kinderen. Aan de andere kant ligt de wijk Manquinhos. Deze wijk is een van de wijken die extreem veel in het nieuws is geweest de laatste tijd. Een van dé bronnen van crack en geweld. Toen in Morro de Macacos die helicopter werd neergeschoten was eerder een groep van 150 gewapende mannen en jongeren vanuit Manquinhos in auto’s en kombibusjes vertrokken naar Morro de Macacos om daar een bendeoorlog uit te vechten. De sloppenwijken zijn in de handen van zo’n 4 grote drugsbenden. Comando Vermelho is de baas in Manquinhos. Naast deze rode brigade is onder andere Vrienden voor Vrienden een grote en machthebbende bende, Terceiro Comando en de afscheiding hiervan Derde Comando Puur. De vorige keer dat ik in de wijk was geweest was toen we net in Rio geland waren. Het was de hel op aarde waar ik ontelbaar veel wapens, drugs en gebruikers onder leeftijdsgenoten had gezien. We steken de straat over en gaan de wijk in via een steegje. Gelijk merkt Robert op ‘Hé, hier zat een drugspunt en waar zijn de kinderen gebleven’. Mij valt de schone straat op. We lopen de wijk door tot aan het plein dat in het tweede verhaal op deze site beschreven is. Ook daar geen of weinig gebruikers. Het is rustig. Geen wapens, geen crackverkoop, geen kinderen, geen zwangere meisjes. Wat er wel is zijn veel gemeentewerkers. Overal borrelt water uit de leidingen, liggen hopen zand en wordt gesjouwd met stenen. De wijk krijgt duidelijk een grondige make-over. We lopen dieper de wijk in en komen na wat kleine steegjes aan bij het huisje dat met geld van Remer opgeknapt werd. Het is nog steeds klein, maar zoveel mooier. Stromend water uit een kraan, een wc en een douche. Het enige nadeel is dat de overhangende Mamaõboom van de onsympathieke buurvrouw ervoor zorgt dat de, nu nog groene en harde vruchten, op het nieuwe dak vallen en zo gaten maakt. Een volgend probleem, maar het is niet zo ernstig als het allemaal was. Deze vriendelijke vrouw vertelt ons wat er is gebeurd in Manquinhos. Na het incident met Morro de Makakos en het feit dat de wijk zoveel in het nieuws was als bron van crack is de politie al vaak ingevallen. Veel slachtoffers vallen er dan, ook onschuldige. Omdat er elk moment weer zo’n inval kan komen houd de verkoop zicht wat op de achtergrond en komt na een rustigere periode weer terug en verplaatst zich nu naar een andere wijk. Ze sluit haar nieuwe deur en loopt met ons mee door de wijk. Zelfs zonder drugs, wapens en straatkinderen blijft het een trieste vlakte. Het is een plat, kilometers groot dorp. Sommige huisjes van het rode luchtsteen, aangevuld met planken en plastic. Meer van enkel afvalhout en regenschermen van plastic. Een grote rij is aangebouwd tegen de grote rioolpijp van 2 meter hoog die door de wijk loopt. De ‘sanitaire voorzieningen’ zijn een bron van ziekten en lopen uit waar ze op uit lopen. Het blijft, zelfs nu het schoongeveegd is, waar je kijkt een op en tegen elkaar aangebouwde samensmelting van buizen, draden, blik, plastic en hout. Mensen krioelen, zitten op de rioolbuizen, hangen uit een krot en de meesten lijken niks te doen. We komen weer aan bij het plein. Er is toch weer een crackpunt ingericht. Op een kleedje liggen de crackstenen, daaromheen de verkopers met wapens en de kopers met verslaving. Ook zijn de kinderen gearriveerd, waarvan ik er aardig wat ken uit Bethania. Ze herkennen mij ook en ze geven, tussen het stampen van de crack in een blikje door, me een hand en we hebben een praatje. Als we de wijk uitzijn en dit geheel eens belichten raak ik altijd verstrikt in een web van tegenstrijdigheden, van positieve en negatieve punten en schijnbare onoplosbaarheid. Deze uiteenzetting kan enorm lang zijn en vooral complex. Het komt er wel op neer dat het beleidloze invallen van de politie altijd zorgt, ook in de afgelopen week, voor meerdere onschuldige doden. Daarnaast verdwijnt de drugs niet, het verplaatst of komt terug. Ook neemt de verslaving niet af. Voor elke wapendrager van de bendes die valt staan er twee nieuwe op om het wapen op te rapen en verder te gaan. Het is geen oplossing, ookal was de wijk een stuk minder beklemmend dan tijdens het vorige bezoek, wat fijn is voor de huidige bewoners. Maar een andere wijk zit met de problemen die zich simpelweg verplaatsen. Deze en veel meer punten als corruptie, samenwerking tussen politie en bendes, sociale normen en waarden in deze wijken en heilloze plannen van de gemeente maken dat dit trieste hoofstuk van armoede, verslaving en een vorm van burgeroorlog nog lang niet positief kan worden afgesloten en er een punt kan gezet worden. Schuin boven ons, boven een andere sloppenwijk, hangt een helicopter in de lucht. Eerder die week bleek in een documentaire dat wat bewoners uit de wijken al langer beweerden: die hangen daar niet enkel voor overzicht, maar openen ook weldegelijk vuur. Alsof je kan zien op wie je schiet vanaf die hoogte. Hij hangt daar nu dus weer, voorlopig is er nog geen einde in zicht. Niet eens een echte oplossing.

Wij halen onze auto op en we verplaatsen ons in de oorlog op de weg. Op 3baans wegen verplaatsen minstens vier rijen blik zich volgens de ‘Lei do desrespeito’, of wat we in Nederland de wet van de assertiefste noemen. Maar soms werken een handje uit het raam, een vriendelijke lach en een duim omhoog net zo goed. We rijden Rio uit, kopen in Petropolis bij ‘Het huis van de Duitser’ een kroket en ik neem er gelijk 4 mee om die avond met Marieke in een pan met olie te frituren. Even later zijn we weer in Pequeri.

Dit was allemaal alweer een week geleden. Het verhaal zat in een enorme en onverklaarbare vertraging, waarvoor excuses. Deze week hebben we suikerriet gekapt, wat ook wel weer een verhaal waard was. Verder is het rustig geweest. Volgende week staat weer een huisbezoek en eventueel een ritje Rio op de planning en de keuken gaat komende week nu echt geverfd worden. Het is ongelooflijk, maar nog slechts 5 weken werken hier. Daarop volgen 2 weken vakantie, die we stiekem al een beetje aan het invullen zijn. Eergisteren ben ik in Juiz de Fora naar een een autoverhuurder geweest die ons wel een Fiat Uno wil meegeven voor 14 dagen, de prijs is vriendelijke dus dat zal het worden waarschijnlijk.

Voor die tijd hopen we jullie nog een welverdiend verhaal te geven. Tot die tijd: tot mailse, belse en sommige schrijfse. Er zijn enkele trouwe kaartstuurders, maar er vroegen meer mensen om het adres. Dus bij deze, het is wat laat maar daarover rept een spreekwoord in positieve vorm dus toch alsnog, eenmaal integraal: Onze naam, Sitio Shalom, Estrada Pequer-Bicas km2, 36.610 Pequeri (MG), Brazilië.

Geniet van de herfst zoals wij nu doen van de zonnige lentedagen die er deze week opeens waren. Veel liefs en goeds gewenst!

Marieke en Rogier

Ps: We zijn sinds vandaag de trotse bezitters van een voertuig: een lichtblauwe klassiek Braziliaanse fiets. Iemand achterop is hier niet normaal, dus waren we vandaag een bezienswaardigheid voor alle terraszitters. Berg op is wat lastig, en berg af met de schokkende remmen een reden tot gillen voor de achteropzitster. Foto’s volgen.

  • 08 November 2009 - 08:36

    Elza:

    Wat heerlijk om weer wat te lezen van jullie! Ik was er stiekem al een beetje op te hopen dat er dit weekend weer een mail was. Hoe bizar is het leven dat jullie daar hebben en dat van ons hier, zoveel verschillen. Ook heerlijk dat jullie genoten hebben van het familie bezoek! Geniet nog van jullie laatste tijd daar! Voor je het weet zijn jullie weer terug. Liefs elza

  • 08 November 2009 - 10:05

    Gert-Jan:

    Über gave foto's zeg...ik wil ook weer op pad!

  • 08 November 2009 - 17:01

    Gerard:

    Mooie platen, zeg! Ik ga nu het verhaal lezen...:-)

    Veel plezier en zegen daar! de groeten uit koud en guur Nederland!

  • 08 November 2009 - 20:38

    Cees En Jopie Koop:

    jullie verhaal gelezen en uitgeprint zoadat we het nog eens rustig kunnen herlezen.
    Besef ook dat de tijd snel gaat. Nog vijf weken. Geniet nog van de fijne momenten en alle lieve mensen.
    Doe ze allemaal veel groeten van ons.
    Lieve groet,
    Cees en Jopie

  • 09 November 2009 - 07:03

    Wallum:

    Goed verhaal, lekker kort.

    In m'n hart,
    W.

  • 10 November 2009 - 19:31

    Corine:

    hmm.. als ik die foto's zo zie moet ik nog even hard zoeken naar een bestemming voor de meivakantie die voor jullie OOK nog interessant is.. :) goed om te zien dat jullie genoten hebben! liefs!

    ps: heb ik jullie al bedankt voor die mooie kaart? Chris kan zijn ogen er niet van af houden ;)

  • 10 November 2009 - 23:13

    Cobie:

    Hij gaat weer lekker Cobie, wat een platen heb je weer geschoten, erg cool Roel. Krijg zo echt zin om ook op vakantie te gaan en ik denk dat ik even naar schiphol en bij brad pit dan kan ik daar gelijk een anan atten.

    Ga zo verder en rond nieuwjaar maar even een verlaat kerstdiner klussen ouwe tijger. En ow ja Miekie jij bent ook welkom hoor.

    Groetjes van Aad, Cris, Co, Sjaan, Alicia, Kofi en Bas

  • 11 November 2009 - 20:58

    Siem En Ria:

    Hallo Marieke en Rogier,

    net jullie verslag gelezen. Mooie tijd hebben jullie gehad op het eiland. Fijn om ook op deze manier even bij te kunnen tanken. Ja, ja de tijd gaat snel. Het afscheid is al in zicht. Zal niet meevallen!!

    Marieke en Rogier wij wensen jullie nog een mooie en fijne tijd toe op de Sitio en voor 'straks' een fijne vakantie toegewenst!!

    Lieve groeten van ons,
    Siem en Ria

    Ps doe iedereen de hartelijke groeten van ons!! Bedankt!

  • 12 November 2009 - 00:59

    Marco HML:

    Ha Rogier en Marieke,

    Mooi verhaal weer. Ik 'leen' een klein stukkie voor de website van HML, als dat okee is. Ben van plan dit nog iets vaker te doen ook al zijn jullie eigenlijk alweer bijna weg.
    Laat indien bezwaar even weten op marco@helpmijleven.org. Dank en succes nog de laatste weken!

  • 13 November 2009 - 13:01

    Trudy De Jager:

    Gaaf zeg, die foto's!! Ik zou zo zin krijgen om ook weer weg te gaan!!
    Wat een lap tekst zeg, Rogier! Maar echt super geschreven, je zou er zo een boek mee uit kunnen geven!
    Geniet de komende tijd nog van elke minuut!
    Groetjes, Trudy

  • 13 November 2009 - 14:44

    Der Kabelexpert:

    Zo dan, wat een verhaal! Vrije tijd genoeg om te typen waarschijnlijk! Mooie belevenissen hoor, enjoy! X

  • 13 November 2009 - 15:08

    Beau Ter Ham:

    Jeu, leuk verhaal weer, waarbij leuk ook vervangen kan worden door een hele rits aan andere bijvoeglijke naamwoorden!

  • 14 November 2009 - 01:10

    Evert:

    Mooie foto's & gave tekst! Jammer om te lezen dat bij jullie de zomertijd al is ingegaan. Jammer voor ons wel te verstaan, met ons natte en kille novemberweer....Fijne tijd verder!

  • 19 November 2009 - 13:54

    Liesbeth:

    lieverds,

    even gauw tussen het spreekuur door een reactie,zitten zelf nog steeds zonder internet, lastig!!!
    Prachtig verhaal, heel divers, genieten van het mooie, verbazen en onmacht om het moeilijke.
    nog een goede tijd, we bellen, liefs

  • 20 November 2009 - 13:32

    Martine&Steven:

    Mooi geschreven verhaal weer. Genieten en succes verder!

  • 20 November 2009 - 19:10

    Jaap En Ria:

    Hallo avonturiers,
    vandaag maar weer eens een vrije dag genomen om alles eens rustig te kunnen lezen. Mooie verhalen, mooie indrukken en veel te beleven dus. Nog extra veel plezier tijdens de vakantiedagen, pas goed op jezelf en kom heelhuids terug,
    groet van alle bekenden uit Nijeveen.

  • 24 November 2009 - 22:32

    Atie:

    Hoi Rogier en Marieke
    Het was weer boeiend en indrukwekkend om alles te lezen.
    Rogier, jij kunt altijd nog schrijver worden want van alle verslagen zou je een interessant boek kunnen maken.
    We wensen jullie hier ,vanuit Dirksland, het allerbeste en tot ziens.
    Groeten van ons.

  • 25 November 2009 - 10:52

    Marieke:

    Hé Mriekje & Rogier, Wat gaaf die verhalen zeg! Jullie vermaken je wel in een wereld die verschilt van het onze hier.. Komt er een boek van jullie avonturen uit? ;) Liefs

  • 29 November 2009 - 14:59

    Grietje Brommersma:

    Beste Rogier en Marieke,

    Vol belangstelling lees ik jullie verhalen.
    Wat een wereld van verschil met Nederland.
    Ik wens jullie nog een aantal hele goede weken toe en hoop je (jullie) in januari weer in goede gezond te ontmoeten met een rugzak vol verhalen en levenswijsheden.

    p.s.
    Hoe zo 'Japanse rommel'.


  • 07 December 2009 - 20:29

    Al!ne:

    Hey Rogier en M'rieke,

    Ik was al een tijdje niet meer op toesenpol geweest... Daarom heb ik de afgelopen twee uur jullie fan-tas-tische reisverslagen gelezen! Super!
    (alleen het dooie-kippen-verhaal vond ik wat vervelend met het fileetje voor mijn neus...)

    GENIET de komende paar weekjes nog van elkaar en van het land!!
    Om jullie alvast mentaal voor te bereiden op Nederland: zes graden, tuinen vol met opblaaskerstmannen en per dag zeven uur licht.

    :)

    Grxxts Aline!


  • 10 December 2009 - 16:38

    M.D. Van Der Giessen:

    Ha mariek en Rogier,

    Tussen alle voorbereidingen voor de Kerst door: een hartelijke groet vanuit de Nieuwe Kerk in Amersfoort. We zien uit naar jullie verhalen.

    Hartelijke groet en goede Advent!

    M.D. vna der Giessen

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Brazilië, Brasilia

REMER in Pequeri & Meer Brazilië

Recente Reisverslagen:

10 December 2009

Tijd; zelfs iets wat daar niet bestaat kan vliegen

07 November 2009

Even wat anders

30 September 2009

Wat is kan niet zijn...toch?

10 September 2009

Brasil - Tutti buona gente

24 Augustus 2009

Verslag 5
Rogier & Marieke

Actief sinds 09 Juli 2009
Verslag gelezen: 686
Totaal aantal bezoekers 50160

Voorgaande reizen:

20 Juli 2009 - 27 December 2009

REMER in Pequeri & Meer Brazilië

Landen bezocht: