Tijd; zelfs iets wat daar niet bestaat kan vliegen - Reisverslag uit Brasilia, Brazilië van Rogier & Marieke Toes & van den Pol - WaarBenJij.nu Tijd; zelfs iets wat daar niet bestaat kan vliegen - Reisverslag uit Brasilia, Brazilië van Rogier & Marieke Toes & van den Pol - WaarBenJij.nu

Tijd; zelfs iets wat daar niet bestaat kan vliegen

Door: Rogier

Blijf op de hoogte en volg Rogier & Marieke

10 December 2009 | Brazilië, Brasilia

Noot vooraf: excuses voor het lange wachten, Nederland slokt de mens gelijk weer volledig op wat resulteert in een (onterechte) lagere prioriteit voor het afschrijven van deze tekst. Bij deze alsnog.

Van schot tot schuimkraag
Toen we gisteren aan een gammel metaal tafeltje zaten op even gammele metalen stoelen, waarvan de rugleuningen ooit trots een biermerk hadden gedragen, dachten we terug aan de eerste nacht in Rio. Op de zwarte uitgesleten plek in het midden van het tafelblad staat de 0,6 ijskoude Antartica, 2 glaasjes en een asbak. De ene wand van het cafe bestaat uit opgestapelde bierkratten en de andere uit een stellage met houdbare artikelen. De ruimte is gevuld met allemaal dezelfde witte tafeltjes en stoeltjes met allen in het midden die uitgesleten zwarte plek. Aan de kop is de bar waarop een warmhoudplaat zijn best doet voor een uitgedroogde kippepoot en een ingezakte ‘salgade’, tegen de wand een koelkast die zo mooi is omdat hij oud is (zoals de rest van de kroeg), aan de wand een krijtbord met de namen van 10 artikelen en tussen bar en wand een vriendelijke oude man en vrouw die samen met nog wat mensen voetbal kijken, wat anders nu de soapseries zijn afgelopen. Interessant hoe een verzameling afzonderlijk waardeloze spullen, samen toch zo authentiek en op een bepaalde manier sfeervol kan zijn. Ik schenk het bier bij, de Brazilianen drinken het alleen ijskoud en soms zelfs met ijs, maar daardoor schuimt hij slecht. Goed, wij dachten terug aan de eerste dag, met name nacht, en wat er kan gebeuren en veranderen in een tijdsspanne van 5 maanden. Marieke zegt dat de eerste nacht in Casa Bethania haar wel deed afvragen ‘waar beland te zijn’. Na opgehaald te zijn door Robert lagen we een uur of 2 later op een dun matrasje op de houten vloer. Frequenter dan ons lief was werd de door de nacht heen de ruimte gevuld met licht wat steeds feller werd en eindigde in totale verlichting, een geluid waarvan het hele meubilair, de vloer en wijzelf schudden en de gedachte dat de bus, die vanaf het begin van de straat was komen aanrijden, over onze hoofden zou rijden. Het was warm, de muggen waren vervelend maar vielen in het niet bij de eerste schoten die we hoorden. Tussen die schoten die we hoorden op het dunne matrasje en het ijskoude biertje op deze vaal geworden stoelen, zitten 5 maanden vol mooie en minder mooie momenten en eindigt over een kleine maand in ervaring, gevoelens, herinneringen, vragen en verhalen. Met dat laatste rijtje willen we hier voorzichtig beginnen, als een soort terugblik of reflectie. Al zullen we de komende maanden, weer terug in Nederland, door de letterlijke en figuurlijke afstand misschien beter in staat zijn om te beschouwen.

In Nederland is het koud
Dat er een groot temperatuurverschil is tussen Nederland en Brazilië, is niet hetgeen wat we willen betogen met dit kopje. Natuurlijk is ook dat het noemen waard, en zien we er enerzijds tegenop anderzijds naar uit om met 40+ en daardoor zweetstroompjes over de rug het vliegtuig in te stappen op het vliegveld van Rio om vervolgens in West-Europa in mogelijk slagregen en herfstwind en een temperatuur van ruim 30 graden lager van de aankomsthal naar de auto te rennen. Brazilië is warm, Nederland is koud. Nee, de titel is gerefereerd aan een uitspraak van Aparaside, de kokkin van huize Bethania. ‘Voor geen goud naar Nederland’, zei ze eens; want hier is iedereen vriendelijk, heeft een lach op het gezicht en hoeft het allemaal niet zo serieus. Het beeld dat ze had van Nederland is serieus kijkende mensen, gordijnen dicht, weinig contact met de buren; kortom koud voor de Braziliaan. En ongelijk kunnen we ze niet geven, al is het natuurlijk stereotyp geschetst. Na een kleine 6 maanden is de Braziliaanse amicaliteit ons wel duidelijk geworden. Hoe goed we ons best soms doen, onze omhelsing valt toch altijd in het niet bij de Braziliaanse ‘embraço’. Soms is een uur niet gezien reden geniet voor een kind en soms volwassenen om zich al vol overgave in je armen te werpen alsof je naam zwart omrand heeft gestaan in de krant, laat staan als je een weekendje of langer van huis bent geweest. Knuffelen, omhelsen, een zoen; kortom het lichamelijk contact waar een Nederlander altijd maar zuinig mee omgaat ‘want het hoeft ook niet zo van ons’. Maar er is meer, het komt ook tot uiting in de taal. Het viel mij op toen ik Isaaqi wildvreemden mensen ‘querido’ of ‘querida’ (eerste voor een man, laatste voor een vrouw) had horen noemen. Zomaar, bij het bestellen van een biertje of het vragen van de weg. Toen ik de vertaling wist, namelijk liefje, ging mij meer opvallen. De groentenboer noemt ons ‘broer’ of ‘zus’, net als die jongen die we wel eens op het terras tegenkomen; de bakkersvrouw ons ‘vriend(in)’ en de kinderen in huize Bethania noemen ons en iedereen die daar werkt ‘tia’ of ‘tio’, tante of oom. De laatst genoemde is trouwens het meest algemeen, gewoonlijk spreekt ieder kind een ouder persoon aan met oom of tante. Betuttelend noemt men elkaar ‘meu filho’, mijn kind. En dat volwassenen onder elkaar, kinderen onder elkaar maar zelfs kinderen naar volwassenen toe en natuurlijk andersom.

Mario, de Jeepchauffeur, vertelde me diep in Minas trotst over ‘Lula’; de president die voor zoveel goeds had gezorgd voor de gewone burger. Dat hij sprak alsof het zijn beste vriend was kwam niet alleen naar voren in het feit dat hij de president van het land gewoon met zijn voornaam noemt. Zonder het zeker te weten durf ik te stellen dat bijna niemand de gehele naam van de beste man weet. En als het gebeurt bij de president, dan natuurlijk ook bij een ieder ander. Nooit opgevallen dat de opstelling van het Braziliaans elftal uit voornamen bestaat? En als het geen voornamen zijn, dan zijn het bijnamen. Liefkozende bijnamen voor een ieder waar het volk van houdt. Als Balkenende Jan Peter wordt genoemd door een nieuwscommentator zouden er vast kamervragen komen, al bedenk ik me nu dat Beatrix wel weer Beatrix heet. In ieder geval, de strekking is wel duidelijk.
Dat maakt Nederland koud, vindt de Braziliaan. Maar het ergste, en we hebben het vaak moeten uitleggen, het ergste vindt de Brazilaan wel dat er een afspraak gemaakt moet worden voor visite. Het is onbegrijpelijk dat je niet zomaar even langs kan gaan voor een biertje of een koffie. Want zo is het wel een beetje in Nederland. Een onverwacht bezoek kan lang niet iedereen verdragen, want er is geen koek in huis en er ligt stof in de hoek en sowieso had men liever met de gordijnen dicht en de benen op de bank naar Paul de Leeuw willen kijken. Een agenda, aan een hand heb je teveel om degene die we gezien hebben te tellen.

Al dat geknuffel, al dat getroetel en die koosnaampjes. Een Nederlander vindt het klef, en soms is het ook wat ongemakkelijk als de barman je ‘liefje’ noemt of een stevige Braziliaanse vrouw je neus in haar boezem drukt. Het meest moeite had ik wel ‘de serieuze blik’, die sommige (niet alle, zoals natuurlijk met dit verhaal er niet gegeneraliseerd moet worden) Brazilianen zo vervloekte. Even wat stiller, een serieuze blik of een denkrimpel komen gelijk tot vragen te staan. Of ‘het wel goed gaat’, ‘wat er aan de hand is’ of een veroordelend ‘wat kijk je serieus’. Een Braziliaan praat niet vaak over problemen, die gaan ze liever uit de weg. Zeker meningsverschillen, confrontaties. Een geschil dat ik eens hier had heeft vanaf de andere partij wel 3 maanden geduurt om echt bij te trekken, terwijl het in Nederland niet eens noemenswaardig was geweest. Brazilianen houden niet van confrontaties, maar willen nabijheid. Al die vrolijkheid, die spontaniteit en dat getroetel komt omdat relaties centraal staan. En om die reden hadden we elke week wel een borreltje of barbeque kunnen hebben want iedereen wilde ‘de Nederlanders’ leren kennen en bevriend raken. Dus zaten we in het begin bij Braziliaanse barbeques, op bezoek bij oma’s in het dorp of een eind verderop en werd er wat afgeknuffeld en geschud. Toch was het zo dat wij Nederlanders ook wel eens ‘even thuis wilden blijven’, en dan neemt het op een bepaald moment af tot een prettige frequentie waardoor je niet ingesponnen wordt door een Braziliaans web. Goed, het ene is net zo min heilig als het andere. Het heeft voor en nadelen. Koud Nederland of soms krampachtig sociaal Brazilië. Natuurlijk kunnen wij ervan leren om de agenda vaker opzij te leggen en zeker wat menselijker te zijn, maar een wildvreemde barman in Nederland ‘liefje’ noemen...nee.

‘Vai abrir sala do jogos?’
Sitio Shalom in golvend groen Minas is natuurlijk de plaats waar we verreweg het meeste zijn geweest in onze tijd in Brazilië. Ons huis, o Pavilaõ, midden op het terrein; dichtbij de kinderen en al de werkzaamheden. Het gebouw heeft een U-vorm, met de opening richting de sitio. Aan de gesloten kant van de U zit mijn kamertje met een groot raam richting de opening van het paviljoen, daarnaast de keuken (nu in nieuwe stijl) en daarnaast de kamer van Marieke. Aan de andere kant van de kamer de toilet en douche. Maar we leven eigenlijk met name buiten, voor mijn kamertje aan de tafel die tegen de het raam staat. Vanaf de opening, bij de trappen naar het paviljoen toe, komen de geluiden van de sitio toewaaien. Spelende kinderen op zaterdagmiddag, voetbal op een doordeweekse avond of de oproep van een educador tot een van de maaltijden of een andere noodzaak. Maar op doordeweekse morgens of zondag vroeg, eveneens ’s avonds laat, ook het geluid van de natuur van Minas als de stilte was neergedaald op de sitio. De brullende apen op de heuvel verderop, de papegaaien die histerisch krijsend achter elkaar aanvliegen, het zware trillende geluid van de vleugels van de kolibri die sinds een anderhalve maand onze klimop ontdekt heeft. Vaker ’s avonds de grote diversiteit in -de door Marieke verafschuwde- insecten. Het hoge en harde geluid van de cigaros, die elkaar afwisselen vanaf verschillende plekken op de heuvel. Natuurlijk krekels maar vooral nog heel veel geluiden en insecten die we in Nederland niet meer zullen horen en zien. Noemenswaardig zijn nog de aanvallen van zwermen torren die als knikkers om de oren vlogen, de miljoenen vliegjes die in de loop van de avond allemaal hun vleugels verloren en een witte waas achterlieten op de tegels van het paviljoen en -weer mooier- de vuurvliegen die knipperend door de donkere nacht dansten.

Vanaf de weg langs de poort, met de wachter Jairo die altijd in een enthousiast overslaande schreeuw een goede dag wenst, langs het meer, de twee huisjes en het kantoor omhoog over de weg die van asfalt al snel overgaat in klei; klei die bij een goede regenbui veranderd in een glibberige modderstroom waar de kombibus niet altijd zijn grip op hield. Langs de koeien, de helling waar we suikerriet hebben geplant aan de rechterkant en links de groententuin van Ronnie die nu ‘uitrust’ en wat verwilderd is. Bovenaan het andere kantoor, de parkeerplaats en het hek waarachter de sitio ligt. 6 Huisjes, de eetzaal, het paviljoen, de wasserette, de kantine, de speelzaal en de kiosk liggen nu met elk een andere kleur in de groene heuvel. Huisje 3 is gesloten wegens ziekte en zodoende herbergen de andere 5 huisjes elke zo’n 9 kinderen en natuurlijk een educador. Hier werkten we de grootste tijd met en voor de kinderen.

De vaste werkzaamheden zoals de bustochtjes van maandag tot vrijdag om 8.30 en 9.30, op donderdag om 12.00 naar Juiz de Fora en op zondag naar de zondagschool en kerk. Die ritjes zijn me trouwens zelden zijn gaan vervelen. De wegen in Brazilië slingeren geweldig, hebben leuke heuvels en zijn in Minas vrij aardig geasfalteerd (wat natuurlijk ook wel eens prettig wordt afgelost met een zandweg; en diezelfde asfaltwegen blijken overigens na een regenbui niet zo stevig te zijn en er zij dan flinke stukken uitgeslagen). Goed, de zon schijnt, de (veel bruinere) linkerarm uit het raam en genieten van de natuur en mensen die volop aanschouwt kunnen worden. Zeker de langere -niet structurele- ritten naar families, Rio de Janeiro of een of andere bijeenkomst waren een genot. De volkswagenbus; ik had er al een zwak voor maar de liefde is natuurlijk enkel toegenomen. Het plan is opgevat om een schip vol van die bussen en kevers naar Nederland te brengen en die (hier spotgoedkope) schoonheden op wielen te verkopen voor de in Nederland belachelijk hoge prijzen die er voor gevraagd kunnen worden; maar dat zijn leuke ideeën die blijven wat ze zijn. De bus was met name mijn taak, de activiteiten overdag het domein van Marieke. Vanaf de eerste week hadden we een schema met de activiteiten door de week heen. Standaard 2 activiteiten overdag en minsten 2x in de week ’s avonds. Het koninkrijk der spelen lag de afgelopen maanden in de speelzaal, en aldaar was Marieke koningin. De eerste week hebben we er enkele tafels ingesleept met stoelen uit de kerk. De metalenkast hebben we gevuld met de leukste spelletjes die we konden vinden op de sitio en aangevuld met allerlei knutselmateriaal wat er al was en wat we hebben aangeschaft. Het resultaat was dagelijks, in de middag, doorgaans meer dan 25 kinderen in de speelzaal die veelal kwamen kleuren, kleien, knutselen, tafelvoetballen of poolen. Tot vervelens toe werd het kopje van dit stukje tekst, ‘Ga je de speelzaal openen?’ gesteld als Marieke waar en op welk tijdstip dan ook over de sitio kuierde. We hebben kinderen in tranen gezien als hij gesloten bleef met grote regenval of als we er niet waren wegens andere zaken, andere dagen stonden er (na de opening van de kantine) al 20 kinderen te wachten voor de deur. En het zien rennen van Eric, Neuzette, Ronaldo of Flavio wanneer ze uit school kwamen richting de geopende zaal is iets waar dagelijks de klok op gelijk gezet kon worden en wat een tafereel was wat best bewonderd kon worden met een sapje en een schaaltje borrelnoten aan je zijde. Naast deze zaal was het tweewekelijkse bezoek aan Ronnie de tweede activiteit waar naar uit werd gekeken. Doordat de kinderen van boven tot onder besmeerd met koeienpoep en ander onhygienische sappen en substanties terugkeerden maakte wel dat al snel de activiteit vervroegd en verkort werd, zodoende kon er nog een douche genomen voordat ze naar school gingen. Helaas konden door deze maatregel minder kinderen genieten van poepscheppen, kippen verslepen en rietsuiker in de grond stoppen. Deslaniettemin absoluut het vermelden waard. Ik nam een grootste gedeelte van de avondactiviteiten voor mijn rekening. Zelf heb ik dit als een minder succes ervaren. Volleybal op dinsdag en voetbal op donderdag. We hadden de activiteit gesplitst in twee groepen, op leeftijd. Eerst de kleintjes daarna de groten. Soms waren er erg leuke speelsessie bij, maar vaker werd de onstuimigheid en fanatisme van een Braziliaan (en dan ook nog vaak één met een gestoorde sociaalemotionele ontwikkeling, tel uit de winst) mij net iets te grimmig. Zonder begeleiding werd er ook nauwelijks gespeeld op het veld, simpelweg door de ruzie die er altijd wel ontstond. Dus als begeleider was het stevig aantrekken en de huid op standje olifant. Als pedagogen maakten we ons hard dat iedereen mee mocht doen, ook meisjes en minder atletisch vermogenden. Zonder dit besluit liep het voetbal wel vaak prima (alleen de sterksten speelden samen), simpelweg omdat er niet gescholden werd op het jongetje dat de bal van een halve meter nog niet over de lijn krijgt en dan was er geen frustratie van het meisje dat niet kan voetballen maar wel kan slaan. Ach, het bekende verhaal voor onze collega’s. Maar vergeet daar niet bij op te tellen dat de bal heilig is in Brazilië en we konden ook niet altijd al onze verworven pedagogische skills inzetten daar de taal niet tot in de finesse beheerst werd. Toch zijn de lichtpunten dat enkele kinderen, die eerste nooit meededen, nu vast meedoen en behoorlijk blijken te kunnen voetballen. Daarnaast was het zeker voor de kleinere kinderen en enkele meisjes een verademing om ook tegen een bal te kunnen slaan of erachter aan te kunnen rennen. Ook heb ik hier enkele voetbalpotjes met enkel groten gespeeld die van begin tot eind leuk waren. Maar elke week weer die strijd was wat vervelend, zeker omdat enkele anderen op de sitio wel gewoon speelden met de sterksten en dan werd ik uiteindelijk de grote klootzak; ook dat kennen onze collega’s: als je het niet samen doet kom je er niet. Een bevestiging van wat we wisten, soms kan je het niet snel goed doen en met alle goede en zo sociaal mogelijke bedoelingen kan je alsnog aan de hoogste boom belanden.

Kortom de bovenstaande werkzaamheden hebben we veel geklust en geverfd, onderhoud op de sitio. Zeker de eerste 3 ½ maand geen klagen over de dagvulling. De kwast werd scheutig gehanteerd om de nog witte huizen en andere gebouwen in de vrolijkheid te steken. Daarnaast hebben we de keuken afgebouwd en nog enkele kleinere klusjes gedaan. Met volle maar voldane dagen waren de eerste maanden gevuld. De kas stroomde echter leeg tegen het einde van het kalenderjaar en er was geen geld meer beschikbaar voor grote opknapwerkzaamheden, zoals wel graag gedaan was bij het studentenhuis of de binnenkant van de huisjes op de sitio. Waren we hier mee begonnen had er geen dag bij gezeten dat de werkzaamheden ophouden bij de standaard busritten en de activiteiten. Helaas zijn er hier toch nog wel wat van geweest, en dat is natuurlijk jammer. Zo een keer is het wel prettig om niet in de 35 graden te hoeven schilderen, maar de tweede dag verlang je al weer naar dat zweetstroompje over de rug. De voldaanheid van een dag lichamelijke arbeid vind ik erg groot, soms heel wat groter dan een dag een krijtje hanteren. Maar nu dat is afgenomen, vinden we beiden na een flinke 5 maanden activiteten en busrijden dat daar wel een einde aan mag komen. Als de grootste cultuurervaring, taalbarriére en andere nieuwigheden eraf zijn ben je opeens een buschauffeur en lijkt het alsof je de cios hebt afgerond, en dan is het slechts nog een tijdje leuk.

In het kort vinden we dat we hier op de sitio een mooie bijdrage hebben kunnen leveren. De speelzaal en de sportattributen zijn schitterend gesorteerd en klaar voor hernieuwd gebruik. Verder hebben de kinderen een halfjaar vol met activiteiten gehad die ze echt waardeerden, volgens een schema dat voor veel kinderen prettig werkte. Naast de hierboven beschreven activiteiten denken we ook nog aan het ontbijt dat we georganiseerd hebben, de morgens koekjes bakken met 40 kinderen, de films die we hebben gekeken met popcorn op schoot bij Robert, zwemmen bij een waterval en de bingoavonden. Van het laatste dacht ik overigens dat ik het afschuwelijk zou vinden, maar op een of andere manier is het wegstrepen van cijfertjes nog best leuk. Voor 5 december hadden we contact op genomen met de heilig man. Mocht in Nederland hier en daar het feest der kinderfeesten wat afgeraffelt zijn, dan komt dat omdat hij hier met zijn paard over de daken stampte. Met die aangelegenheid was het zo ongeveer wel afgesloten.

God is een Braziliaan
Gisterenavond, toen we ter kerke reden, stuitten we met de kombibus op een uitzinnige menigte die in ontblootte bovenlijven zwaaiden met vlaggen, vuurwerk ontstaken en gezamelijk zich laafden met Brahma’s al zingend ter ere van de voetbalclub Flamengo. Een grote vlag is de ereboog waaronder wij door moeten rijden. Bij de tegemoet komende auto lijkt de claxon vast te hangen, uit de achterbak van de sedan bungelen 3 paar benen en zitten eveneens ontblootte mannen hun liefde voor de club uit te schreeuwen. Flamengo kampioen, zoveel is duidelijk. Maar we wisten dat natuurlijk al, zoals heel Brazilië hadden ook wij naar de tv gekeken; zeker nadat enkele weken daarvoor mijn hart een beetje was gestolen in het Maraçana, de voetbaltempel van Brazilië. Deze euforische uitbarsting is een van lang opgebouwde spanning; er wordt al weken over niks anders gepraat dan ‘wie wordt er kampioen’, zeker daar tot de laatste speelronde nog 5 teams aanmerking maakten op een hoofdrol in ’s lands meest belangrijke gebeurtenis. Flamengo dus, na 17 jaar wachtten ontploft een bom van gelukzaligheid onder de Flamengistas.

Wij gingen naar de kerk. Vrijwel wekelijks begaven wij ons zondagavond naar de plastic stoelen in de tl-verlichte garage. In het begin verstonden we geen hout van de preken, zeker omdat in de kerk weer andere woorden zijn vereist dan bij bijvoorbeeld de doordeweekse verfactiviteit. Bij een Nederlandse dominee laat men zelfs wel eens verschiet gaan omdat de woorden uit een andere taal lijken te komen, laat staan in Brazilië. Al is, voor ons Nederlanders, een potje dommelen onmogelijk. De ongecompliceerde, maar gelijk ook enthousiaste houding waarmee men zich aldaar elke week weer in de kerkdienst stort; is er een waar een opgediept stoffig pepermuntje of een fruitella waar je het papier niet afkrijgt niet tegenop kan. Waar in Nederland de diensten op veel plaatsen tot in het treurige een kopie lijken van de week ervoor, was het hier elke week weer een beetje spannend. Elke week terugkerend waren de ontstellend vals zingende dochters, Ronnie die bij elk nummer dat aangevangen wordt toch zeker de helft van het nummer nodig heeft om de melodie uit te vinden op zijn gitaar en het zingen van ‘entra na minha casa’ van ‘de kinderen’ voorin de kerk. Verder bracht Robert elke week een verhaaltje van de kinderen, vaak ingeleid met een gebeurtenis uit zijn leven waarvan de meest geestige in enthousiasme uitliep in een euforische vertelling omtrent het jaar dat hij bleef zitten op school; dat de enige lering die de kinderen eruit konden trekken uiteindelijk was: ‘het geeft niet als je niet je best doet’, was hetgeen ook hij besefte na de zegen en in de frisse buitenlucht. Daaromheen mocht ieder die even voorin een stukje wilde delen of voor wilde lezen dat natuurlijk doen, en daarnaast was er de schriftlezing en preek van Celso. De eerste weken beleef je het enthousiasme en de andere ‘structuur’ op een bijzondere manier, toch komt een moment dat het gepingel op de gitaar en de valszingende zussen je een tikje gaan tegenstaan. Toch is de kerkgang daar een cultuurervaring pur sang, die ik dan ook als zodanig heb bekeken. In Nederland, land van structuur, regelmaat en het liefst dit alles ingetogen, uit een kerkgang zich dan ook vaak zo in de kerken die Nederland vanuit de traditie kent. Zo zijn de Braziliaanse diensten gericht op saamhorigheid, uitbundigheid en enthousiast spiritualisme dat zich vormgeeft in een ongestructureerde en onregelmatige vorm. Alhoewel, onregelmatig; ook hier was het de bedoeling dat de dienst een bepaalde tijdspanne had en er dus gerekt werd als het verhaal te vroeg was afgelopen. Zo blijven kerken toch wereldwijd gelijk, en dus niet alleen doordat we rond hetzelfde boek met dezelfde God samenkomen. Maar in zijn enthousiasme en beleving vol overgave zegt de Braziliaan wel met een serieuze glimlach: ‘God is een Braziliaan’.

Één per uur
Kort voordat wij vanuit Brazilië weer terug zouden vliegen naar Nederland werden er officiële cijfers bekend gemaakt dat er de laatste 1000 dagen 20.000 dodelijke slachtoffers waren gevallen in de favelas van Rio de Janeiro. Nu doen zulke afgeronde cijfers wenkbrauwen fronzen als men het presenteert als feitelijke cijfers, maar laten we die nuance achterwege dan zijn het nog schrikbarende cijfers. Zou het iets minder zijn, zou het iets meer zijn. Overigens stond laatst in de NRC een artikel waarin geschreven werd over een nieuw autopsiecentrum in Rio de Janeiro voor de doden uit de favelas; dagelijks kwamen er 17 lijken binnen. Met de kennis dat verschrikkelijk vaak mensen (kinderen) verdwijnen, spoorloos verdwijnen, valt het getal nog eens hoger uit. Want verdwijning is vaak gelijk aan een gruwelijke dood die niet eens de kans overlaat om een lichaam te begraven. De ernst zou kunnen zijn dat je bijna spreekt van één dode per uur, in de favelas van Rio de Janeiro. Spreken we dan terecht over een oorlog? Ik denk het wel. Neem daarbij de vele gewonden die er vallen, de onveiligheid op straat, de hygiëne en het drugsgebruik. Daaruit voort het wantrouwen naar alles en iedereen, de beklemming door de macht van enkele en de onzekerheid van elke dag of soms elk uur. Een uitzichtloze problematiek is eigenlijk het enige beeld wat er voor ons blijft staan, problematiek waarin in REMER een waardevolle druppel is op een hete plaat. En natuurlijk, natuurlijk willen we geloven in de kracht van scholing of in die van sportclubs met voorlichting. Maar dat moet alleen komen van organisaties als REMER, en zolang er een wantrouwen bestaat tegenover de regering en zij hun slechte naam in stand houden met gewelddadige invallen die de haat voedden; is er een lange weg te gaan. Een hele lange weg. Een die zeker niet is afgelegd voor de spelen van 2016. Mogelijk ziet de wereld een gelikt Rio de Janeiro, want de camera’s worden ongetwijfeld geleid naar de goed geregelde plekjes in het toch al rijke centrum en daar vlak langs. Maar als daar de ellende met andere wijken toe.

Met grote waardering hebben we dan ook mogen meewerken aan en meekijken met het werk van REMER in Rio de Janeiro. Met toewijding, liefde, doorzettingsvermogen en optimisme kan men dit werk doen; maar dan met zakken vol van alles. In andere verhalen hebben we al uitgebreid geschreven over hetgeen we gedaan en gezien hebben. Het blijft ons bij, het heeft ons wereldbeeld verrijkt en ons beeld van de wereld verarmt. Maar zolang er kinderen zingen onder de douche in Casa Bethania mogen wij, zoals ik eerder schreef, onze hoop nooit verliezen en blijven wij denken, bidden en hopen voor een beter Rio. Voor een betere wereld.

Weer thuis
En dan sta je, na wat vertraging, weer op Europese bodem. En al snel is het weer een maand verder, maar voelt het alsof je nooit bent weggeweest. Langs bij familie, vrienden; al snel weer werken en het duurt niet lang voordat de agenda zich weer vult met allerlei zaken die er een halfjaar lang niet geweest zijn maar die in onze maatschappij belangrijk blijken te zijn. Vertellen over Brazilië is niet altijd makkelijk, blijkt. Graag breng je een goed beeld van hoe het was en wat we gedaan hebben, maar dat is moeilijk. Zeker over de straatkinderen, de ervaringen daarmee zijn lastig in woorden te vangen. Uiteindelijk komen langzaamaan de verhalen; en dat is ook prima. Daarbij hebben we natuurlijk ook verreweg de meeste tijd op de boerderij gezeten, waar het rustig, veilig was en het leven gestructureerd.

Iedereen die voor een langere tijd in een ander land maar vooral een echt andere cultuur heeft gezeten, zal herkennen dat het je veranderd. Voor een halfjaar was alles anders: de taal, het eten, de mensen, de woonsituatie, het geld, de cultuur, de natuur en temperatuur. En dat was voor ons een ervaring die bij blijft. Wat het dan precies is, is al vaak gevraagd, is lastig uit te leggen. Je voelt je ouder, meer ervaren. Relativeert meer, en meer gezien maar minder begrijpen van de wereld. Besef van geluk en dankbaarheid om te leven in Nederland, maar anderzijds sommige dingen benijden in het leven van de Braziliaan. Zoals overal sommige dingen goed en sommige dingen minder goed zijn.

De toekomst ligt nog niet vast. Nu is het op een bepaalde manier wel lekker om even in Nederland te zijn. En misschien wel langer dan even. Maar mocht er een kriebel, een kans of een uitdaging komen die niet overgeslagen kan worden dan zullen we misschien nog wel eens ergens anders belanden. Zo goed is het wel bevallen, voor ons zelf en voor degene voor wie we dit mochten doen.

Rest ons nog om jullie te bedanken. Allereerst voor de financiële steun. Zonder jullie geld hadden we nooit kunnen doen wat we hebben gedaan. Een groot deel is gebruikt voor de activiteiten op de boerderij bij aanschaf van sportartikelen, knutselmateriaal en dergelijke. Later is op de boerderij geld gebruikt voor het opknappen van het elektrische netwerk en is de badkamer in Juiz de Fora opgeknapt. Ook hebben we in Rio nog wat dingen mogen kopen voor Casa Bethania. Als iemand een gespecificeerd uitgavenbestand wil hebben, kan dit natuurlijk. Maar we bedanken jullie vooral voor het lezen van de verhalen, voor het sturen van mailtjes en kaartjes en voor de vele manieren waarop jullie aan ons hebben gedacht. Samen hadden we het erg goed, de mensen die we hebben leren kennen waren erg waardevol maar een lief kaartje of een slechte grap in een mail is natuurlijk altijd prettig.

Mochten jullie meer willen weten, dan spreken we elkaar vast snel hier in Nederland.

Obrigado é Tchau!

Marieke en Rogier

  • 11 December 2009 - 07:21

    Thijs:

    gast wat een verhaal weer! als je in nederland terug bent, voel je welkom om een keer te komen buurten bij mij in barneveld!!

    grtzz


  • 11 December 2009 - 09:29

    (tante) Nees:

    Met veel belangstelling heb ik jullie reisverslagen gelezen en nu is jullie reis alweer bijna ten einde!Ik vind het geweldig wat jullie daar allemaal gedaan hebben.Gezien het bovenstaande zal het vast een warm afscheid worden,maar jullie welkom in Nederland zal zeker niet minder warm zijn! Ik wens jullie nog een paar fijne weken toe en een heel goede terugreis.Hartelijke groet.

  • 11 December 2009 - 11:57

    Mama:

    bijna weer naar huis, maar eerst nog vakantie.
    het afscheid zal echt niet meevallen en jullie zullen denk ik nog heel wat omhelzingen moeten doorstaan.
    geniet nog even van alles .
    en tot gauw.
    liefs

  • 11 December 2009 - 12:06

    Wullem:

    Ook ditmaal een romantisch relaas dat in mij enige jaloezie opwekt.

    Tot snel!

  • 11 December 2009 - 12:49

    Elza:

    Ongetwijfeld zullen er nog heel wat knuffels voor jullie volgen. Zowel daar voor het afscheid als hier voor het warme onthaal!
    Geniet nog even van al het mooie daar. Tot snel!

    Liefs Elza

  • 11 December 2009 - 16:51

    Mama Greet:

    Prachtig Rogier,

    Wat voel ik me bevoorrecht dat wij een stukje van dit alles hebben mogen meebeleven.
    Het heeft heel veel indruk op ons gemaakt. Vooral toen we samen met jullie aankwamen op de Sitio en de enorme blijdschap van de kinderen zagen omdat jullie er weer waren.
    Geweldig wat jullie hebben mogen betekenen voor hen. Hopelijk kunnen jullie dit zo straks ook weer voor de kinderen in Barneveld.
    Voor heftige dossiers hoef je immers niet in Brazilië te zijn.

    Goede reis gewenst, pas goed op elkaar!!

    xxx mama

  • 11 December 2009 - 17:59

    Annieee:

    Moooiiii verhaal weer!! Ik weet nog wel dat we t afscheidsfeestje hadden en nu komen jullie al weer bijna terug, ongelofelijk!! Maaaaaaaaaaaarrr... eerst genieten van een welverdiende vakantie :-)

    Tot snel!! X

  • 11 December 2009 - 21:01

    Ils:

    Jullie zijn kanjers.
    Ik ben benieuwd naar de rest van het verhaal!

    Ergens ben ik stiekem wel blij dat ik jullie hopelijk "3de kerstdag" bij Frankfurt in de armen kan sluiten. Want ook ik hou op zijn tijd van knuffelen ;)

  • 11 December 2009 - 21:07

    Aline:

    Ah; even bezinnen, een terugblik en evalueren... Daar hou ik van!!
    Ik wacht geduldig op deel twee.

    Geniet van de vakantie!

  • 13 December 2009 - 12:20

    Corine:

    Geniet maar keihard van jullie reis, we horen het einde van het verhaal eind december wel!!

    zoen, C

  • 14 December 2009 - 19:30

    Marieke:

    Hé Rogier & M'riek, wat een belevenissen joh. Als je het eenmaal leest, kun je er geen genoeg van krijgen! Ik wens jullie een goed afscheid, een prachtige vakantie en een veilige terugreis!
    M'riek.

  • 19 December 2009 - 16:47

    Mieneke:

    Hallo daar!!!
    Weer even helemaal bijgelezen. Wat een avonturen. Nu fijn vakantie en dan op huis aan. Geniet er nog een paar dagen van en een goede en behouden thuiskomst toegewenst.
    Groet van Piet en mij

  • 20 December 2009 - 16:04

    Tante Hannie:

    weer genoten van jullie belevenissen Maar dat "liefje" alleen dan bv in de vraag: what do you want love? Can I help you love? hoor je ook veel in Engeland. En die staan nog wel bekend om hun "stiff upperlip"!
    Het zal letterlijk en figuurlijk kouder worden als jullie terug zijn. Als de warmte tussen jullie maar goed zit.
    Nog even genieten van die warmte en er zal wel een traantje vloeien bij het afscheid denk ik. Als ik naar me zelf reken! Een voorspoedige reis terug.

  • 21 December 2009 - 14:37

    Celia:

    wat hebben jullie een hoop meegemaakt en wat heb ik genoten van jullie verhalen!
    Maar wat is het ook weer snel voorbij gegaan. Tenminste....voor ons wel.
    Geniet nog even,veel sterkte bij het afscheid nemen, en een hele goede terugreis!
    liefs Celia

  • 27 December 2009 - 10:42

    Elza:

    Bijna thuis! joehoe!

  • 27 December 2009 - 16:35

    Kiwi:

    Tpes & Pollie in da house! tot de 31e, wordt mooi!

  • 27 December 2009 - 23:35

    Gerry:

    Hoi Marieke en Rogier,
    hopelijk zijn jullie veilig geland.. welkom in de kliederige sneeuw, (vorige week was het nog prachtig...) Nu even bijkomen van de reis, koffers uitpakken en je plekje hervinden...
    Hoop over een tijdje met jullie terug te kunnen blikken op het afgelopen half jaar,
    groetjes van Gerry

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Brazilië, Brasilia

REMER in Pequeri & Meer Brazilië

Recente Reisverslagen:

10 December 2009

Tijd; zelfs iets wat daar niet bestaat kan vliegen

07 November 2009

Even wat anders

30 September 2009

Wat is kan niet zijn...toch?

10 September 2009

Brasil - Tutti buona gente

24 Augustus 2009

Verslag 5
Rogier & Marieke

Actief sinds 09 Juli 2009
Verslag gelezen: 5328
Totaal aantal bezoekers 50133

Voorgaande reizen:

20 Juli 2009 - 27 December 2009

REMER in Pequeri & Meer Brazilië

Landen bezocht: